De heer Jaap Dreef met de lezing Oostelijk grindmateriaal
De zwerfstenen in Nederland worden van oudsher onderscheiden in een 3-tal hoofd gezelschappen:
De zwerfstenen in Nederland worden van oudsher onderscheiden in een 3-tal hoofd gezelschappen:
1.e het zuidelijk grind, aangevoerd door
Rijn, Maas en Schelde.
2.e het noordelijk grind aangevoerd door de
gletsjers in de ijstijd.
3.e het oostelijk grind aangevoerd door de
Eridanos en haar zijrivieren.
Uiteraard heeft de Eridanos ook kristallijn
materiaal vervoerd dat tot het noordelijk grind wordt gerekend. Dit laat ik buiten
beschouwing.
Het stroomgebied van
de Eridanos besloeg de Botnische Golf, de Finse Golf en de Oostzee, waarbij de
delta langzaam westwaarts opschoof. De Weichsel, de Oder, de Elbe en de Weser
leverden hieraan als zijrivieren hun bijdrage. De afzettingen in ons gebied
stoppen in het Menapien zo’n 450.000 jaar terug doordat het stroomgebied van de
Eridanos werd vernietigd door de gletsjers.
Zagwijn heeft in zijn de Paleografische
Ontwikkeling van Nederland de laatste 3 miljoen jaar aangegeven waar het oostelijk
materiaal in Nederland is afgezet.
De kern van dit gebied wordt gevormd door het
WWW-gebied, Westerhaar, Wielen, Wilsum
Waar een tweetal
stuwwallen, één opgestuwd vanuit het noorden en één opgestuwd vanuit het
oosten, al tientallen jaren veel fraaie vondsten hebben geleverd. Maar ook uit
Markelo, Wierden, Zwolle en de noordelijke Veluwe is heel wat oostelijk
materiaal bekend.
Een probleem is dat het aantal groeves
afneemt en dat de groeve-eigenaren steeds minder toeschietelijk worden wat de
toegang tot hun eigendom betreft.
De gletsjers uit de Saale ijstijd hebben
materiaal verplaatst zodat ook op plaatsen waar je het niet verwacht zoals
Emmerich, oostelijk materiaal is aangetroffen.
In de lezing wordt aandacht gegeven aan de
diverse typen baksteenkalk, algen, sponzen, koralen, bryozoën, trilobieten en
bijzonderheden. Onooglijke stukken ordovicische spons veranderen gezaagd en
geslepen in chalcedoon-schoonheden die kunnen wedijveren met agaten.
Na de pauze komen het devoon, carboon, het
perm de trias, de jura, het krijt en het tertiair aan de orde. Vondsten uit het
siluur en de muschelkalk ontbreken.
Uit het vroegste krijt stammen de fossielen
uit het wealden met als fraaiste de boomvaren Tempskia. Het krijt-materiaal
omvat veel sponzen, De herkomst hiervan is niet altijd even duidelijk. Er is
gedacht aan het Bekken van Münster, de omgeving van Hannover,
Rügen en omgeving, het stroomgebied van de
Wisla (Weichsel) of een nog onbekend gebied.
In het oostelijk grind komt veel wit
versteend hout voor afkomstig uit het tertiair, vaak zo fraai verkiezeld dat de
houtstructuur na wat slijp- en polijstwerk goed is te zien.
Veel zeldzamer zijn de stukjes palmhout, ook
uit het tertiair die zo af en toe gevonden worden. Dan is er nog het plaats
eigen materiaal uit het oligoceen in de vorm van fosforietknollen met daarin
haaientanden, krabbenschaartjes en wat dies meer zij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten