De magmamolen van de diepe aarde

5 maart 2010, lezing door Prof. Jan Hertogen K.U. Leuven

Gebergtes en oceanen ontstaan door bewegende stukken aardkorst. Maar waarom bewegen ze eigenlijk?

De vorming van oceanen, vulkanisme, gebergtevorming, aardbevingen: het zijn geologische processen die zich afspelen aan de oppervlakte of in de korst van de aarde. Wat drijft deze processen?
De motor wordt gevormd door een “magmamolen”, een kringloop van stijgende en dalende magmamassa’s — zoals in een lavalamp. Lichtere, gedeeltelijk gesmolten silicaatmassa’s stijgen op, terwijl koudere, zwaardere gesteentes afzinken naar de hete kern van de aarde. Deze gesteentes zullen opsmelten en opgenomen worden in de cyclus. De energiebron van de motor is dus de hitte in de aardkern. Bij het ophelderen van de werking van deze diepgelegen, onzichtbare motor komt onderzoek uit vele verschillende wetenschappelijke disciplines kijken. Het is het gezamenlijke werk van geofysici, experimentele petrologen en geochemici. Prof. Jan Hertogen zal deze puzzelstukjes speciaal voor een algemeen publiek op aanschouwelijke wijze toelichten en bijeenleggen, zodat er een begrijpelijk en tegelijkertijd fascinerend beeld ontstaat van de geheimzinnige krachten die onze aarde vormen.

Onderstaand een filmfragment, gepubliceerd op 18 december 2009 door NOS.

Jurassic Coast

2 april 2010 Peter Formanoy met een lezing over de Jurassic Coast.

Daar de voorjaarsexcursie dit jaar naar dit gebied gaat is Peter uitgenodigd om hierover een lezing te geven. Eerst wordt ingegaan met een overzicht van de gehele Jurassic Coast en wordt er kort ingegaan op de verschillende plaatsen en de geologie van het gebied. Daarna wordt ingezoomd op het gebied Charmouth/Lyme Regis en worden de zoekmogelijkheden en de fossielen daar te vinden besproken.
Deze lezing is echter voor niet excursiedeelnemers ook het bijwonen waard.

In 2001 werd de kust van Dorset en Oost-Devon toegevoegd aan de Werelderfgoedlijst van de Unesco.
Deze 152 kilometer lange kust loopt van Exmouth in Oost-Devon tot Studland in Dorset, deze kust vertoont sporen van ongeveer 185 miljoen jaar geschiedenis van de aarde.
De gesteenten uit het Trias, Jura en het Krijt zijn rijk aan fossielen en bieden iedereen de gelegenheid door deze periodes te lopen, en de mogelijkheid tot verzamelen van deze fossielen.

Trias - 250-200 miljoen jaar geleden
Het Trias begint in de nasleep van de grootste massa-uitsterving aller tijden, slechts ongeveer 4 procent van de bekende soorten overleven de voorgaande Perm periode.
De wereld is één groot supercontinent, Pangea genaamd en de Jurassic Coast ligt in deze periode in het dorre centrum van dit continent, aan het einde van het Trias begint dit continent echter uiteen te drijven.
Het klimaat was wereldwijd droog en warm en het zeeniveau nog relatief laag, gebergte in het zuiden en westen zijn de bron van de grote rivieren. De periode wordt gekenmerkt door rood gekleurde zandsteen en modder.
Gedurende het Trias ontstaan veel nieuwe soorten, waaronder de eerste dinosauriërs en gevleugelde pterosauriërs, soorten koralen en vroege zoogdieren. Bij de planten verschijnen de eerste bedektzadigen in het Trias.


Plaatbewegingen tijdens het Mesozoïcum. Duidelijk herkenbaar is de spreidingszone in de Tethys Oceaan, rechtsonder op de kaartjes, en de opening van de Atlantische Oceaan, die tijdens het Laat-Jura aanving ten westen van Spanje en zich vervolgens uitbreidde naar het noordoosten (West van Groenland). De linkerkaart toont de situatie in het Midden-Trias, de kaart in het midden de ontwikkeling van dit gebied tijdens het Laat-Jura. De rechterkaart geeft de positie van de continenten tijdens het Laat-Krijt weer © TNO-NITG

Jurassic Periode 200-140 miljoen jaar geleden
Ook tijdens de overgang van het Trias naar het Jura stierven weer op grote schaal planten en dieren uit. Zo’n twaalf procent van alle dierenfamilies overleefde een catastrofale gebeurtenis niet. De oorzaak ervan is nog niet met zekerheid vastgesteld, maar het lijkt waarschijnlijk dat deze het gevolg is van grootschalig vulkanisme en daarmee samenhangend sterk verhoogde CO2-concentraties in de atmosfeer. Mariene organismen stierven daardoor massaal af en zakten naar de zeebodem. Hierdoor ontstond een oliehoudende klei: een belangrijk brongesteente van aardolie, de posidoniaschalie.
Tijdens de warme Jura-periode, drijven de continenten uiteen, verplaatst het supercontinent Pangea zich en opent het noordelijk deel van de Atlantische oceaan. Het zeeniveau steeg en diepe zeeën, tropische eilanden en kustgebieden moerassen ontstonden op verschillende punten.
De Dinosauriërs waren in deze periode en het opvolgende Krijt in hun bloeiperiode en ook kwamen de eerste vogels aan het firnament.

Afhankelijk van de plaats en de omstandigheden kunnen o.a. belemnieten, ammonieten, plantenresten, brachiopoden, gastropoden, bivalven en resten van zoogdieren, Ichthyosaurus, krokodillen, schildpadden en vissen


Krijt Periode - 140-65 miljoen jaar geleden
Aan het begin van het Krijt lagen de continenten nog redelijk dicht bij elkaar, maar gedurende het Krijt kwamen de continenten steeds verder uit elkaar te liggen. Australië en Antarctica waren nog een continent, tussen Europa en Afrika ontstond de Tethysoceaan en continent Gwondana brak op in de continenten India, Afrika, Australie/Antarctica en Zuid-Amerika.
Ook in het Krijt was een relatief warm klimaat en een hoge zeespiegel, gedurende deze periode worden de krijtrotsen gevormd.

Deze ontstaan door de skeletjes van de diverse diersoorten,door de bezinking van dit kalkhoudend materiaal, (bijvoorbeeld in schelpen), ontstaan kalkhoudende gesteenten. Op plaatsen (bijvoorbeeld Branscombe en Golden Cap) je duidelijk kunt zien dat de laag van het Krijt boven het Trias en Jura ligt.


Branscombe krijtrotsen

Het Carboon van Nederland

14 mei 2010, lezing door Dr. Henk Kombrink
Waar lag Nederland ten tijde van het Carboon.
Nederland lag vrijwel op de evenaar, aan de oostkant van het zich vormende Pangeacontinent, ongeveer ter hoogte van waar nu Congo ligt. Het schoof langzaam noordwaarts.

De Nederlandse ondergrond verbergt een kilometersdik pakket sediment dat in een relatief korte periode van 360 tot 300 miljoen jaar geleden werd afgezet. In de loop van de geologische geschiedenis is dit pakket steeds verder weggezakt en bedekt geraakt met jongere sedimenten. Daardoor bevindt de top van het Carboon zich in het grootste deel van Nederland op een diepte van meer dan 2 kilometer. Toch hebben veel Nederlanders dagelijks te maken met het Carboon; het gas waar ze hun huis mee verwarmen en hun potje op koken is het afbraakproduct van planten die in deze tijd hebben geleefd. Met andere woorden, het Carboon is vanuit een economisch perspectief interessant te noemen. Het heeft de staatskas de nodige miljarden opgeleverd. Ook vanuit wetenschappelijk oogpunt is het Carboon interessant. Eigenlijk weten we er nog steeds weinig van. Dat is te verklaren door de grote dikte en diepte, waardoor boringen zelden het hele Carboon hebben doorboord. Deze lezing beoogt een overzicht te geven van de recentste ontwikkelingen in het onderzoek naar het Carboon in Nederland, ingebed in een kader waarin de paleogeografie en geologische ontwikkeling zal worden geschetst.

Nieuwe seizoen

27 augustus 2010, bijdragen door de leden.

Traditie getrouw openen we het seizoen weer met een avond door de leden en voor de leden.
Neem je (geologische) herinneringen mee in de vorm van een verhaal, ondersteund met foto’s, dia’s, enz.
Uiteraard worden ook de geologische vondsten meegenomen.