In de mineralogie word onder
“pseudomorfose” verstaan: de kristallisatie van een mineraal in een
kristalvorm, die niet van dat mineraal zelf is.
Pseudomorfosen ontstaan doordat een kristal opgelost wordt en een holte in het gesteente achterlaat (een soort mal), die dan later met een ander mineraal opgevuld wordt. Hierdoor heeft het tweede mineraal de uiterlijke kristalvorm van het eerste verdwenen mineraal. Men spreekt over een pseudomorfose van het tweede mineraal naar het eerste. Soms zegt men ook "een pseudomorfose van ..• na •.• ".
Enige voorbeelden zijn:
Inheems koper pseudomorf na aragoniet , met rode cupriet en groene malachiet wijziging |
Pseudomorf van goethiet naar pyriet |
Deze is een chrysocolla naar cupriet. De habitat van de
cupriet is gemakkelijk te zien. Op een ander deel van het exemplaar bevindt
zich de eigenlijke cupriet nog voordat deze wordt vervangen.
IJzeroxiden vervangen ijzersulfide (pyriet) blokjes
Dat klinkt geheimzinnig, maar
in de lezing zal een groot deel van het geheim ontrafeld worden. Herman zal aan
de hand van een groot aantal foto’s van pseudomorfosen uit de eigen mineralen
verzameling uitleg geven over dit fenomeen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten