Image © De Belemniet
|
Geologen zijn erg geïnteresseerd naar de ontstaanswijze van vuursteen getuige
de vele theorieën die hierover in omloop zijn. Door onderzoek van vele kalksteen
houdende vuurstenen wordt hieraan nieuwe theorie toegevoegd en nader toegelicht.
Veel vuursteensoorten bevatten goed bewaarde microfossielen die ooit hebben toebehoord aan het planktonische leven van de krijtzee, zo’n 65 milj. jr. geleden. Hieronder bevinden zich dinoflagellaten, schimmels en plantenresten.
Veel vuursteensoorten bevatten goed bewaarde microfossielen die ooit hebben toebehoord aan het planktonische leven van de krijtzee, zo’n 65 milj. jr. geleden. Hieronder bevinden zich dinoflagellaten, schimmels en plantenresten.
In
het Twents Duitse grensgebied worden ordovicische zwerfvuurstenen aangetroffen die
ooit zijn aangevoerd door de Baltische oerstroom Eridanos. Ze bevatten vreemde
en mystieke microfossielen waar nog maar weinig over bekend is.
Vuurstenen
bestaan zelf uit kwarts, maar kunnen ook andere mineralen bevatten.
Image © Hans de Kruijk |
Het meest
voorkomende mineraal hierin is kalksteen in de vorm van Calciet. Dit kan
variëren van ±0,1% tot naar liefst 35%. Andere mineralen die in vuursteen
voorkomen zijn zand- of liever gezegd siltdeeltjes bestaande uit kwarts, mica,
veldspaat, pyroxeen en hoornblende. Het zijn afbraakproducten van gesteentes
die door onbekende voormalige rivieren zijn aangevoerd naar zee en
tegelijkertijd bezonken zijn met afgestorven kalksteen houdende organismen
Steentijdarcheologen houden zich vooral bezig met
andere aspecten van vuursteen zoals de degeneratieverschijnselen. Deze bestaan uit
windlak, witte patina, bruine patina en zwarte patina die zich in de loop van
de tijd aan het oppervlak van de vuursteen hebben gevormd.
Slijpplaatjes hiervan kunnen deze
verweringsverschijnselen prachtig visualiseren.
Dit zijn verschijnselen die
mogelijk iets kunnen vertellen over de omstandigheden van de bodem waarin de
artefacten zijn aangetroffen en de ouderdom ervan.
Scheur in vuursteen opgevuld met agaat, Image © Hans de Kruyk |
Bij onderzoek van vuursteenwerktuigen zijn archeologen
ook altijd zeer geïnteresseerd naar de herkomst van vuursteen. Dit berust vaak
op uiterlijke kenmerken die vaak verdoezeld worden door de sterke verwering van
de vuursteen. Ook veel vuursteensoorten die
sterk op elkaar lijken maken determinatie moeilijk en zelfs onmogelijk.
Toch is het mogelijk door SEM/RMA analyse (Scanning Electronic Microscopy in combinatie met Röntgen
Micro Analyse) de herkomst van vuursteen te bepalen. Hiermee kunnen micro mineraalinsluitsels ter
grootte van soms maar 1 of 0,5 micron geanalyseerd worden.
Slijpplaatjes zijn tevens een belangrijk
hulpmiddel voor onderzoek van vuursteen. Hiermee
kunnen zoals eerder genoemde degeneratieverschijnselen van vuursteen onderzocht
worden zoals witte, bruine en zwarte patina. Een toepassing hiervan is
onderzoek naar vervalsingen
van artefacten; denk in dit verband aan de omstreden
artefacten van Vermaning uit de jaren zestig die een nieuw licht op deze zaak
gebracht hebben.
Ook wordt een oude, min of meer vergeten
onderzoekstechniek onder de aandacht gebracht die berust op het maken van
acetaatpeelings van artefacten. Hiermee kunnen gebruikssporen op werktuigen achterhaald
om de functionaliteit ervan te kunnen achterhalen. Deze onderzoeksmethode methode
is vooral ook nuttig gebleken bij het vervalsingsonderzoek van Vermaning.
Tenslotte worden nog een aantal opmerkelijke
eigenschappen van vuursteen onder de aandacht gebracht zoals:
-
Scheuren in vuursteen die secondair opgevuld zijn met
agaat
-
Banderingen in vuursteen
-
Gebrande vuursteen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten