14 mei 2010, lezing door Dr. Henk Kombrink
Waar lag Nederland ten tijde van het Carboon.
Nederland lag vrijwel op de evenaar, aan de oostkant van het zich vormende Pangeacontinent, ongeveer ter hoogte van waar nu Congo ligt. Het schoof langzaam noordwaarts.
De Nederlandse ondergrond verbergt een kilometersdik pakket sediment dat in een relatief korte periode van 360 tot 300 miljoen jaar geleden werd afgezet. In de loop van de geologische geschiedenis is dit pakket steeds verder weggezakt en bedekt geraakt met jongere sedimenten. Daardoor bevindt de top van het Carboon zich in het grootste deel van Nederland op een diepte van meer dan 2 kilometer. Toch hebben veel Nederlanders dagelijks te maken met het Carboon; het gas waar ze hun huis mee verwarmen en hun potje op koken is het afbraakproduct van planten die in deze tijd hebben geleefd. Met andere woorden, het Carboon is vanuit een economisch perspectief interessant te noemen. Het heeft de staatskas de nodige miljarden opgeleverd. Ook vanuit wetenschappelijk oogpunt is het Carboon interessant. Eigenlijk weten we er nog steeds weinig van. Dat is te verklaren door de grote dikte en diepte, waardoor boringen zelden het hele Carboon hebben doorboord. Deze lezing beoogt een overzicht te geven van de recentste ontwikkelingen in het onderzoek naar het Carboon in Nederland, ingebed in een kader waarin de paleogeografie en geologische ontwikkeling zal worden geschetst.