Gelegen op zo’n twee uur
rijden vanaf Utrecht, is de Piesberg nabij Osnabrück een begrip onder
fossielenverzamelaars. Dit omhooggestuwd stuk aardkorst vormt samen met de
Hüggel en Schafberg nabij Ibbenbüren de meest noordelijke ontsluiting van het
Boven-Carboon in Duitsland. De steenkoolwinning werd voor het eerst vermeld in
documenten uit 1461; steenkool werd destijds waarschijnlijk gebruikt om een
kalkoven te stoken. In de huidige steengroeve kun je altijd sporen van
mijnbouw, kapotte uitbreidingen, houten rails en andere dingen ontdekken.
Hoewel de focus intussen naar zandsteenwinning is verschoven, huist de Piesberg ook vandaag de dag nog een van de grootste actieve steengroeves in Europa. De Piesberg geniet internationale bekendheid vanwege haar ongekende rijkdom aan plant- en dierfossielen uit het Westfalien D, welke bewaard zijn gebleven in de vorm van een kenmerkend laagje zilvergrijs gümbeliet. De eerste ontdekkingen uit de steenkoollagen van Piesberg werden al in 1799 geregistreerd. De thermische oorsprong van deze ongewone mineralogie is nog onderwerp van verhitte discussies. Met prachtige fluviatiele systemen en de recente ontdekking van een meerafzetting heeft de groeve ook in sedimentologisch opzicht veel te bieden.
Gezien dit alles is het niet verwonderlijk dat de Piesberg inmiddels tot Duits Nationaal Geotoop is verklaard. In deze presentatie zullen de verschillende facetten van dit juweel van een Carboonontsluiting tegen het licht worden gehouden.
De
zaadvaren glinstert in felle kleuren. Het is in duizenden versies te vinden in
de rotsen van de Piesberg
De afbeelding hiernaast kan
dienen om een eerste grove determinatie van varenachtige bladeren mogelijk te
maken:
A. Neuropteris-achtig
(zaadvaren)
B. Pecopteris-achtig (varen)
C. Alethopteris-achtig
(zaadvaren)
D. Sphenopteris-achtig (varen,
zaadvaren of onbekend)
E. Mariopteris-achtig
(klimmende zaadvaren)
F. Cyclopteris (schutblad van
zaadvaren)
G. Aphlebia (schutblad van
kiemplant van zaadvaren)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten