1 december 2017, Geologische geschiedenis van West-Nederland en in samenhang daarmee een overzicht van de aardkundige monumenten in Noord-Holland


Prof. dr. Jan Sevink,
Hoogleraar Fysische geografie in het bijzonder landschapsanalyse, aan de Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica van de Universiteit van Amsterdam (UvA).


Jan Sevinks onderzoeksinteresse gaat uit naar het functioneren van ecosystemen in het landschap. Hij heeft een sterke achtergrond in de bodemkunde, in het bijzonder wat betreft de interactie tussen plant en bodem, en menselijke invloeden op het functioneren van ecosystemen.
Na zijn emeritaat in 2007 coördineerde hij namens de UvA de samenvoeging van Naturalis, het Zoölogisch Museum Amsterdam en het Nationaal Herbarium Nederland in het Nederlands Centrum voor Biodiversiteit (NCB) Naturalis in Leiden.

De provincie Noord-Holland kent een groot aantal aardkundige monumenten, die een afspiegeling vormen van de geologische geschiedenis van deze provincie en haar landschappen, en in totaal een aanzienlijk deel van de provincie innemen. Recentelijk is een herijking van die monumenten uitgevoerd, hetgeen een goede gelegenheid vormt om enig licht te laten schijnen op die geologische geschiedenis en de aardkundige monumenten.
Vos, P. & S. de Vries 2013: 2e generatie palaeogeografische kaarten van Nederland (versie 2.0). Deltares, Utrecht. Op 07-11-2017 gedownload van www.archeologieinnederland.nl 

De meer recente geschiedenis van West-Nederland is uitgebreid beschreven in de Atlas van Nederland in het Holoceen van Peter Vos en anderen. De eerdere geschiedenis, waarvan minder zichtbaar is, is vooral beschreven door Zagwijn.

De hoofdlijnen worden gepresenteerd in de vorm van kaarten voor de diverse perioden uit die geologische geschiedenis.

Vervolgens wordt een overzicht gegeven van de aardkundige monumenten van Noord-Holland en de criteria die zijn gehanteerd bij de selectie ervan. Van belang zijn ook de implicaties van de aanwijzing als aardkundig monument voor de bewoners en gebruikers van het bewuste gebied. Tijdens het laatste deel van de presentatie kunnen de toehoorders vragen stellen over specifieke aardkundige monumenten of over de geologie en bodem van andere, niet als aardkundig monument erkende gebieden.


Geen opmerkingen: