04-03-2011 door Dr. Paul van Olm, secretaris NGV, voorzitter Stichting “Georeizen”.
Vóór de pauze worden we meegenomen op een reis door Marokko. In de afgelopen jaren heeft Georeizen een paar maal een geologische ontdekkingsreis door het Atlas en Anti-Atlas gebergte naar de Sahara gemaakt. De geologisch interessantste punten waren voor de mineralogen de zilvermijn van Imiter en de kobaltmijn van Bou Azzer, voor de fossielenliefhebbers stond de omgeving van Erfoud met trilobieten voorkomens op het programma. De Paleozoische vindplaatsen rond Alnif en Erfoud zijn wereldberoemd.
Overal langs de weg worden trilobieten en andere fossielen te koop aangeboden: vaak prachtige vervalsingen. Enige van deze vervalsingen kunnen we vanavond zien. Naast deze vindplaatsen bezochten we ook een stromatolieten-complex een neerslag van oeroud aards leven.
Op onze terugtocht door de Hoge Atlas gingen we nog op agaten en geoden-jacht.
Schokland en Urk eilanden uit ijs geboren
Ná de pauze neem ik u mee op een reis dichtbij huis: de geologie van Nederland toegespitst op die van de NOP.
De geologische processen die leiden tot klimaatsveranderingen en het optreden van warme en koude tijden worden uitgelegd. De gevolgen van die afwisseling hebben grote gevolgen gehad voor het ontstaan van het Nederlandse landschap zoals we dat nu kennen. Dat geldt ook voor Urk en Schokland. Dat waren tot 1942 eilanden in de Zuiderzee. Ze hebben hun ontstaan te danken aan de keileem die er in de voorlaatste ijstijd, het Saalien, werd afgezet. Het Scandinavische landijs bereikte toen zijn grootste omvang en schoof ook over Noord- en Midden-Nederland. De gletsjers voerden grote hoeveelheden keien en leem mee als morene materiaal. De uiterst stugge keileem is waterondoorlatend en zeer resistent tegen erosie. Keileemvoorkomens bleven vaak als verhogingen behouden ondanks de erosieve krachten die er later op in werkten.
Het klimaat verbeterde vanaf 10.000 jaar geleden en de huidige warme tijd, het Holoceen, brak aan. De zeespiegel steeg weer, maar de zee bereikte Flevoland pas aan het eind van het Holoceen. De Overijsselse Vecht was een belangrijke afwateringsrivier die in Bergen aan Zee in de Noordzee uitmondde. Deze rivier, ontstaan in het oerstroomdal vóór het landijsfront, stroomde langs Schokland. Op de oeverwallen en rivierduinen van vroegere rivierarmen van de Overijsselse Vecht vinden we in de Noordoost Polder en in Oostelijk Flevoland de sporen van de eerste menselijke bewoning. De oudste bewoners waren jagers en vissers van de Swifterbant-cultuur uit 4000 voor Christus. Het loofbos verdronk vanaf 2300 voor Chr. en de mens verdween. De omstandigheden werden ideaal voor veengroei en zowel Schokland als Urk ontwikkelde zich tot grote veengebieden. Pas rond het jaar 1000 n Chr. keerde de mens in het hoogveengebied terug. Maar tussen 1200 en 1600 drong de zee steeds heftiger het gebied binnen en ontstond het Flevomeer dat later uitgroeide tot de Zuiderzee. De grote veeneilanden werden steeds verder door de zee geërodeerd en werden steeds kleiner. In de 19e eeuw moest de mens de strijd op Schokland opgeven en werd wat er van het eiland over was op last van koning Willem II in 1859 ontruimd. Urk met een hogere keileem kern bleef wel als vissersdorp behouden.
Broodje zilver uit Imiter |
Stromatolieten |
Op onze terugtocht door de Hoge Atlas gingen we nog op agaten en geoden-jacht.
Schokland en Urk eilanden uit ijs geboren
Ná de pauze neem ik u mee op een reis dichtbij huis: de geologie van Nederland toegespitst op die van de NOP.
De geologische processen die leiden tot klimaatsveranderingen en het optreden van warme en koude tijden worden uitgelegd. De gevolgen van die afwisseling hebben grote gevolgen gehad voor het ontstaan van het Nederlandse landschap zoals we dat nu kennen. Dat geldt ook voor Urk en Schokland. Dat waren tot 1942 eilanden in de Zuiderzee. Ze hebben hun ontstaan te danken aan de keileem die er in de voorlaatste ijstijd, het Saalien, werd afgezet. Het Scandinavische landijs bereikte toen zijn grootste omvang en schoof ook over Noord- en Midden-Nederland. De gletsjers voerden grote hoeveelheden keien en leem mee als morene materiaal. De uiterst stugge keileem is waterondoorlatend en zeer resistent tegen erosie. Keileemvoorkomens bleven vaak als verhogingen behouden ondanks de erosieve krachten die er later op in werkten.
Inventarisatie zwerfstenen in Van der Lijn reservaat Urk |
Bezoekerscentrum De Gesteentetuin-Schokland |
Na de Saale-ijstijd volgde een warme tijd, het Eemien, en de zee kwam terug en de glaciale afzettingen werden aan mariene erosie blootgesteld. In de daaropvolgende tijd, de laatste koude tijd, het Weichselien, breidde het landijs zich weer uit en daalde de zeespiegel sterk. Het ijsfront bereikte Nederland echter niet. Wel heerste er een poolklimaat. We stellen ons het landschap voor als een pooltoendra met een eeuwig-bevroren bodem (permafrost).De Poolwinden hadden vrij spel. Eolische erosie en uitblazing van zanden en fijner materiaal kwam op grote schaal voor.
Het klimaat verbeterde vanaf 10.000 jaar geleden en de huidige warme tijd, het Holoceen, brak aan. De zeespiegel steeg weer, maar de zee bereikte Flevoland pas aan het eind van het Holoceen. De Overijsselse Vecht was een belangrijke afwateringsrivier die in Bergen aan Zee in de Noordzee uitmondde. Deze rivier, ontstaan in het oerstroomdal vóór het landijsfront, stroomde langs Schokland. Op de oeverwallen en rivierduinen van vroegere rivierarmen van de Overijsselse Vecht vinden we in de Noordoost Polder en in Oostelijk Flevoland de sporen van de eerste menselijke bewoning. De oudste bewoners waren jagers en vissers van de Swifterbant-cultuur uit 4000 voor Christus. Het loofbos verdronk vanaf 2300 voor Chr. en de mens verdween. De omstandigheden werden ideaal voor veengroei en zowel Schokland als Urk ontwikkelde zich tot grote veengebieden. Pas rond het jaar 1000 n Chr. keerde de mens in het hoogveengebied terug. Maar tussen 1200 en 1600 drong de zee steeds heftiger het gebied binnen en ontstond het Flevomeer dat later uitgroeide tot de Zuiderzee. De grote veeneilanden werden steeds verder door de zee geërodeerd en werden steeds kleiner. In de 19e eeuw moest de mens de strijd op Schokland opgeven en werd wat er van het eiland over was op last van koning Willem II in 1859 ontruimd. Urk met een hogere keileem kern bleef wel als vissersdorp behouden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten