De magmamolen van de diepe aarde

5 maart 2010, lezing door Prof. Jan Hertogen K.U. Leuven

Gebergtes en oceanen ontstaan door bewegende stukken aardkorst. Maar waarom bewegen ze eigenlijk?

De vorming van oceanen, vulkanisme, gebergtevorming, aardbevingen: het zijn geologische processen die zich afspelen aan de oppervlakte of in de korst van de aarde. Wat drijft deze processen?
De motor wordt gevormd door een “magmamolen”, een kringloop van stijgende en dalende magmamassa’s — zoals in een lavalamp. Lichtere, gedeeltelijk gesmolten silicaatmassa’s stijgen op, terwijl koudere, zwaardere gesteentes afzinken naar de hete kern van de aarde. Deze gesteentes zullen opsmelten en opgenomen worden in de cyclus. De energiebron van de motor is dus de hitte in de aardkern. Bij het ophelderen van de werking van deze diepgelegen, onzichtbare motor komt onderzoek uit vele verschillende wetenschappelijke disciplines kijken. Het is het gezamenlijke werk van geofysici, experimentele petrologen en geochemici. Prof. Jan Hertogen zal deze puzzelstukjes speciaal voor een algemeen publiek op aanschouwelijke wijze toelichten en bijeenleggen, zodat er een begrijpelijk en tegelijkertijd fascinerend beeld ontstaat van de geheimzinnige krachten die onze aarde vormen.

Onderstaand een filmfragment, gepubliceerd op 18 december 2009 door NOS.

Jurassic Coast

2 april 2010 Peter Formanoy met een lezing over de Jurassic Coast.

Daar de voorjaarsexcursie dit jaar naar dit gebied gaat is Peter uitgenodigd om hierover een lezing te geven. Eerst wordt ingegaan met een overzicht van de gehele Jurassic Coast en wordt er kort ingegaan op de verschillende plaatsen en de geologie van het gebied. Daarna wordt ingezoomd op het gebied Charmouth/Lyme Regis en worden de zoekmogelijkheden en de fossielen daar te vinden besproken.
Deze lezing is echter voor niet excursiedeelnemers ook het bijwonen waard.

In 2001 werd de kust van Dorset en Oost-Devon toegevoegd aan de Werelderfgoedlijst van de Unesco.
Deze 152 kilometer lange kust loopt van Exmouth in Oost-Devon tot Studland in Dorset, deze kust vertoont sporen van ongeveer 185 miljoen jaar geschiedenis van de aarde.
De gesteenten uit het Trias, Jura en het Krijt zijn rijk aan fossielen en bieden iedereen de gelegenheid door deze periodes te lopen, en de mogelijkheid tot verzamelen van deze fossielen.

Trias - 250-200 miljoen jaar geleden
Het Trias begint in de nasleep van de grootste massa-uitsterving aller tijden, slechts ongeveer 4 procent van de bekende soorten overleven de voorgaande Perm periode.
De wereld is één groot supercontinent, Pangea genaamd en de Jurassic Coast ligt in deze periode in het dorre centrum van dit continent, aan het einde van het Trias begint dit continent echter uiteen te drijven.
Het klimaat was wereldwijd droog en warm en het zeeniveau nog relatief laag, gebergte in het zuiden en westen zijn de bron van de grote rivieren. De periode wordt gekenmerkt door rood gekleurde zandsteen en modder.
Gedurende het Trias ontstaan veel nieuwe soorten, waaronder de eerste dinosauriërs en gevleugelde pterosauriërs, soorten koralen en vroege zoogdieren. Bij de planten verschijnen de eerste bedektzadigen in het Trias.


Plaatbewegingen tijdens het Mesozoïcum. Duidelijk herkenbaar is de spreidingszone in de Tethys Oceaan, rechtsonder op de kaartjes, en de opening van de Atlantische Oceaan, die tijdens het Laat-Jura aanving ten westen van Spanje en zich vervolgens uitbreidde naar het noordoosten (West van Groenland). De linkerkaart toont de situatie in het Midden-Trias, de kaart in het midden de ontwikkeling van dit gebied tijdens het Laat-Jura. De rechterkaart geeft de positie van de continenten tijdens het Laat-Krijt weer © TNO-NITG

Jurassic Periode 200-140 miljoen jaar geleden
Ook tijdens de overgang van het Trias naar het Jura stierven weer op grote schaal planten en dieren uit. Zo’n twaalf procent van alle dierenfamilies overleefde een catastrofale gebeurtenis niet. De oorzaak ervan is nog niet met zekerheid vastgesteld, maar het lijkt waarschijnlijk dat deze het gevolg is van grootschalig vulkanisme en daarmee samenhangend sterk verhoogde CO2-concentraties in de atmosfeer. Mariene organismen stierven daardoor massaal af en zakten naar de zeebodem. Hierdoor ontstond een oliehoudende klei: een belangrijk brongesteente van aardolie, de posidoniaschalie.
Tijdens de warme Jura-periode, drijven de continenten uiteen, verplaatst het supercontinent Pangea zich en opent het noordelijk deel van de Atlantische oceaan. Het zeeniveau steeg en diepe zeeën, tropische eilanden en kustgebieden moerassen ontstonden op verschillende punten.
De Dinosauriërs waren in deze periode en het opvolgende Krijt in hun bloeiperiode en ook kwamen de eerste vogels aan het firnament.

Afhankelijk van de plaats en de omstandigheden kunnen o.a. belemnieten, ammonieten, plantenresten, brachiopoden, gastropoden, bivalven en resten van zoogdieren, Ichthyosaurus, krokodillen, schildpadden en vissen


Krijt Periode - 140-65 miljoen jaar geleden
Aan het begin van het Krijt lagen de continenten nog redelijk dicht bij elkaar, maar gedurende het Krijt kwamen de continenten steeds verder uit elkaar te liggen. Australië en Antarctica waren nog een continent, tussen Europa en Afrika ontstond de Tethysoceaan en continent Gwondana brak op in de continenten India, Afrika, Australie/Antarctica en Zuid-Amerika.
Ook in het Krijt was een relatief warm klimaat en een hoge zeespiegel, gedurende deze periode worden de krijtrotsen gevormd.

Deze ontstaan door de skeletjes van de diverse diersoorten,door de bezinking van dit kalkhoudend materiaal, (bijvoorbeeld in schelpen), ontstaan kalkhoudende gesteenten. Op plaatsen (bijvoorbeeld Branscombe en Golden Cap) je duidelijk kunt zien dat de laag van het Krijt boven het Trias en Jura ligt.


Branscombe krijtrotsen

Het Carboon van Nederland

14 mei 2010, lezing door Dr. Henk Kombrink
Waar lag Nederland ten tijde van het Carboon.
Nederland lag vrijwel op de evenaar, aan de oostkant van het zich vormende Pangeacontinent, ongeveer ter hoogte van waar nu Congo ligt. Het schoof langzaam noordwaarts.

De Nederlandse ondergrond verbergt een kilometersdik pakket sediment dat in een relatief korte periode van 360 tot 300 miljoen jaar geleden werd afgezet. In de loop van de geologische geschiedenis is dit pakket steeds verder weggezakt en bedekt geraakt met jongere sedimenten. Daardoor bevindt de top van het Carboon zich in het grootste deel van Nederland op een diepte van meer dan 2 kilometer. Toch hebben veel Nederlanders dagelijks te maken met het Carboon; het gas waar ze hun huis mee verwarmen en hun potje op koken is het afbraakproduct van planten die in deze tijd hebben geleefd. Met andere woorden, het Carboon is vanuit een economisch perspectief interessant te noemen. Het heeft de staatskas de nodige miljarden opgeleverd. Ook vanuit wetenschappelijk oogpunt is het Carboon interessant. Eigenlijk weten we er nog steeds weinig van. Dat is te verklaren door de grote dikte en diepte, waardoor boringen zelden het hele Carboon hebben doorboord. Deze lezing beoogt een overzicht te geven van de recentste ontwikkelingen in het onderzoek naar het Carboon in Nederland, ingebed in een kader waarin de paleogeografie en geologische ontwikkeling zal worden geschetst.

Nieuwe seizoen

27 augustus 2010, bijdragen door de leden.

Traditie getrouw openen we het seizoen weer met een avond door de leden en voor de leden.
Neem je (geologische) herinneringen mee in de vorm van een verhaal, ondersteund met foto’s, dia’s, enz.
Uiteraard worden ook de geologische vondsten meegenomen.

Bibliotheeklijst (bijgewerkt t/m september 2009)

INVENTARISLIJST VAN DOCUMENTATIE EN BOEKEN.
* Molusken uit het Mioceen van Winterswijk – Miste, A.W. Jansen.
* Thieme’s gids voor mineralen en gesteenten.
* Elsevier zwefstenengids, W. Tj. Hellinga.
* Der Kosmos Mineralienführer, J. Bauer. Mineralien, Gesteine und Edelsteine.
* De grote encyclopedie der mineralen, Rebo Productions.
* De grote encyclopedie der fossielen, Rebo Productions.
* Die grube Clara zu Wolfach ins Schwarzwald, H. Kaiser.
* Die mineralen der Eifel-Vulkane, G. Hentschel.
* Het Keienboek, P. van der Lijn.
* Zwerfstenen, G. van der Heide en W.Tj. Hellinga.
* Praktische gids stenen verzamelen, W. Schuman.
* Kijk op geologie, Drs. J. Veenvliet.
* Platenatlas van de noordelijke kristallijne gidsgesteenten, J.G. Zandstra.
* Cambridge encyclopedie der aardwetenschappen.
* 10.000 jaar geschiedenis der Nederlanden, Jansma en Terpstra.
* Klassische Fundstellen der Paläontologie, W.K. Weidert.
* Treatise on inverbrate Paleontology (11 delen) met o.a. de onderwerpen
Koralen, brachiopoden, molusken, tweekleppigen, ammonieten en zee-egel.
* Encyclopedia of minerals (2nd edition), W.L. Rogers, T.J.Campbell,
G.R.Rappol.
* Geologie in telegramstijl, F.C. Kraaijenhagen.
* Determinatie handboek, Bekken van Parijs (gebundeld in een ordner).
* Determinatie handboek, Fossiele schelpen Nederlandse stranden en zeegaten.
* In de bodem van Noord-Holland, M. Rappol en C.M. Soonius.
* Fossielen van de formatie van Maastricht, deel 1, 2 en 3.
* Schelpen vinden en herkennen, B. Entrop.
* Geologie en mijnbouw, H. Brinkhuis en J. Smit.
* Nederland in vorm, G.P. Gongrijp.
Aardkundige waarden van het Nederlandse landschap.
* Platentektoniek ( tectonic control on the sedementary record in foreland
basins), T. Peper.
* Doorsnede van het Zuid-Limburgse land, kalender 1988 met beschrijving.
* Op de fiets door Vollenhove en Steenwijk, G.P. Gongrijp.
* Havelte en omstreken, G.P. Gongrijp.
* The Archipelago’s Geology, G. Larsen.
* Scripta Geologica, I.M. van Waveren.
* Neue forschungen zur Erdgeschichte von Crailsheim, H. Hagdorn.
* Hofrat Dr. H.C. Richard Blezinger und die Crailsheimer Geologie
dokumentation seiner sammeltätigkeit und deren wissenschaftliche bearbeitung.
* Laurion, the minerals in the Ancient Slags, P. Gelaude, P. van Kalmhout en
C. Rewitzer.
* Strandfossielen van Cadzand en Nieuwvliet-Bad, Afd. Amsterdam.
* Europese glycymerididea (mollusca, bivalva), De Kreukel
* Mineralen Grube Clara, Stand 11-04-2002.
* Lapis, laatste jaargang.
* Der Aufschluss, laatste jaargang.
* Fossilien, laatste jaargang.
* Geonieuws, laatste jaargang.
* Fossilien Westfalens, Teil 1: Invertebraten der Kreide. Kaever, Oekentorp
en Siegfried.
* Fossilien Westfalens, Invertebraten des Oberdevons. Kaever, Oekentorp en
Siegfried.
* De prehistorische vuursteenmijnen van Ryckholt – St. Geertruid, Werkgroep
prehistorische vuursteenmijnbouw.
* Geologie en mijnbouw, Kluwer Academic Publishers.
* Boor en spade, Mededelingen van de stichting voor bodemkartering.
* Voorlopige Wetenschappelijke Mededelingen van de stichting voor
bodemkartering ( No. 19a),
Het onderscheiden van zoete, brakke en zoute sedimenten, deel 1.
* Cultuurtechnisch Tijdschrift (bodemonderzoek), tweemaandelijkse uitgave
cultuurtechnische vereniging.
* Over hagelkruisen, banpalen en pestbosjes, historische landschapselementen
in Nederland.
* Het Geestmerambacht, rapport over de oorzaken van de ongunstige economische
toestand in dit tuinbouwgebied en de mogelijkheden tot verbetering.
* Aardkundig waardevolle landschappen van Noord-Holland, Dr. H.A. Visser
(zie ook Cd-rom).
* Palaeontos 2, the neogene amphineura and bivalva from Kallo and Doel
(Vlaanderen), R. Marquet.
* Catalogus aardbevingen in Nederland, KNMI (1991 t/m 1999).
* Emser Hefte, mineral & bergbau. Ibbenbüren/ Grube Wild- und Heidberg bei
Eckenhagen, Bergisches Land
* Geologie des Osnabrücker Berglandes von Horst Klassen.
* Rund um das Bramscher massiv, 10 jahre VFMG-bezirksgruppe Osnabrück und
10 jahre Mineraliensammeln im Osnabrücker Bergland.
* Unterweg im Eifel, Wilhelm Meyer und Karl Heinz Schumacher.
* Genuss im Vulkanpark/ Brohtal/ Laacher See mit allen Sinnen
* Drahé kameny kolem nás, in Tsjechisch geschreven mineralenboek.
* Die Erde, die grosse bild-enzyklopädie mit 3200 fotografien und karten
* Uitgaven van de Stichting voor bodemkartering (1965):
Bodemkaart van Nederland,
De bodem van Nederland,
De bodem van Groningen, de bodem van Drenthe, de bodem van Overijsel,
de bodem van Utrecht,
De bodem van Zuid-Holland, de bodem van Zeeland, de bodem van Noord-Brabant,
de bodem van Limburg.
* GEA objecten van Noord-Holland
* Geologie van Midden-Europa, C.M. Nienhuys.
* Staringia no.4: Het Eoceen in de lokaalmoraine van Losser.
* Staringia no. 5: Fossilien kambrischer, ordovizischer und silurischer
Geschiebe.
* Staringia no. 7: Die wirbeltier-ichnofauna aus dem unteren muschelkalk von
Winterswijk.
* Staringia no. 8: Het Brabants vulkanisme.
* Staringia no. 9: Ordovicische zwerfsteensponzen.
* Staringia no.10: Academisch proefschrift over de geologie des vaderlands.
* Staringia no.11: Sauriërs uit de onder-muschelkalk van Winterswijk.
* Aardkundige waarden van provincie Utrecht.
* Scripta Geologika 105.
* De ondergrond van Nederland F.J. de Mulder Noordhoff Wolters.
* T Rex en de krater des doods Walter Alvarez.
* Geologische wandelgids van de Eifel Wilhelm Meyer Thiemes reisgids voor
natuurvrienden.
* Rare and illustrated Books and Periodicals on Malacology. Cut 82
* Leven en materie Umgrove.
* Lehrbuch der zoologie Richard Hertwig.
* Zwerfsteneneiland Maarn Wim Hoogendoorn.

Boekencatalogussen/ Tijdschriftenregister:
* Aquila Natural History Books, jaargang 2003:
Catalogus 80, Mineralogy, Petrology & Petrography and related subjects.
Catalogus 88, Geology, Mineralogy & petrology
Catalogus 89, Paleontology

Cursussen/ Studie materiaal:
* Teleac cursus Klimaat in Beeld (1998).
* Teleac cursus Ontdek de Geologie (1994).
* Cursus stenen en fossielen, S. Dekker.
* Fossielen uit de formatie van Maastricht.
* Paleontologie.
* Gesteentekunde.
* Slakkenhuizen uit het Plioceen.
* Fossiele platen, van Orthoceras tot Nautilus.
* Silurische graptolieten, voorkomen en evolutie der vormen in de tijd.
* Ertsen.
* Zaag- en slijpapparaten.
* Silicaten.
* Tips voor de verzamelaar van foraminiferen.
* Mesofossielen uit het Krijt van Limburg.
* Geologische rondrit door Noord-Holland.
* Maandblad Aarde met 2 thema nummers:
Rivieren en De ondergrond van Nederland.
* Aardig te weten, te zien en te bewaren.
Cursus algemene geologie, geschreven door Piet Vierbergen.

Diverse excursiegidsen w.o.
Graven langs de grens (Ardennen).
Ardennen, Luxemburg, Eifel (1996)/ Belgische Ardennen (1999).
Holzmaden/Schwäbische Alb/ Fränkische Schweiz/ Hünsruck/ Schwarzwald/ Eifel/ Hannover/ Sauerland/ Ost- en west Harz/ Thüringen/ Limburgse en Duitse steen- en bruinkoolgebied (fossielen 2000)/ Teutoburgerwald (fossielen 2004)/ Spessart(mineralen 2005).
Verzameltocht naar het Nordlinger Ries, De Kreukel.
Calvados/ Wissant/ Bekken van Parijs/ Normandië (2000).
Limfjord, Fur (Denemarken) 2005.
Denemarken, Zeeuws-Vlaanderen (1999).
Excursie Zuid-oost Engeland (Sussex en Kent, N.G.V. Kring Echt).
Rügen, Duistland (2007)

Kaarten:
Diverse wegenkaarten van o.a. Schwäbische Alb, Compiègne, Schwarzwald, Marquise,
Cap Gris Nez.
Kaart Fossiles de France.
Guide geologiques regionaux par Ch. Pomerol, (diverse gebieden in Frankrijk).

Geologische kaarten:
Alkmaar (incl. informatiemap), Amsterdam, Baden-Würtenberg, Den Haag, Den Helder, Enkhuizen, Hillegom, Hulst, Medemblik,
Midden-Europa, Willemstad, Zierikzee, Zuid-Limburg,
Geologische overzichtskaarten Nederland (incl. toelichting), RGD.
Aardkundige basiskaart van de provincie Noord-Holland (zie ook Cd-rom), fase 4: evaluatie en eindresultaten; TNO rapport 00-305-B
Fietsroute: Aardkundige en cultuurhistorische route Haarlem en omgeving.
Geotoeren rond Schagen, Wim Bos, fietsroutes aan de hand van de geomorfologische kaart.
14-1: Rekervalleiroute ( Schoorldam- Groet- Sint Maarten)
14-2: Terpenroute ( Schagen- Moerbeek- Valkoog)
14-3: Zeegatenroute ( Grootte Keeten- Sint Maartenszee- ’t Zand)
14-4: Zwinnenroute ( Anna Paulowna- Lotmeer- Oude Sluis)
14-5: Opperdoezer Ronde ( Opperdoes- Abbekerk- Aartswoud)
14-6: Stuwwallenroute ( Den Oever- De Haukes- Stroe)
Diversen:
Diverse jaargangen Grondboor en Hamer.

CD’s en DVD’s
* Geologische monumenten in Zuid-Limburg.
* Het ontstaan van West-Europa, continenten reizen over de aarde.
* Landschappen uit het verleden, van Precambrium tot Kwartair
* The Photo-atlas of Minerals
* De prehistorische vuursteenmijnen van Rijckholt
* Mineralien von der Grube Clara bei Oberwolfach im Schwarzwald.
* Aardkundig waardevolle landschappen/ erfgoed in de provincie Noord-Holland
(zie ook kaarten en boeken).
* Vulkanenexcursie Italië door Jack Lanting.
* Warsteiner Kalkschatze Warstein presentatie 2007
* Vervalsingen i/d mineralogie Paul van Lee
* Earth The story of our World. The power of the planet Documentaire BBC
5 DVD 250 minuten
* Von Steinen und Menschen, onderwerp over de Eifel.
* Versteend hout
* Tranen van de Goden (Barnsteen)
* Teleac: Het verhaal van de aarde (3 DVD’s)
* BBC serie Journey of LIVE (2 DVD’s)
Video banden:
* Eifel voorjaarsexcursie 2001 door Ton Grosz.
* Schiefer, auf den dächern der welt.
* Utrecht, GAC ( 29 maart 2003). Impressie van de Themadag
“ Geologie van de Eifel”, georganiseerd door afdeling West-Friesland.
Samensteller van de band: Cor Hoogerhuis.

Koraalriffen groeien ook in de diepe, koude oceaan

4 december 2009, een lezing door mevrouw Dr. Furu Mienis.

Daar mevrouw Furu Mienis in de periode van 4 december weer met haar onderzoek buitengaats is en daardoor verhinderd, zal de presentatie van de lezing worden verzorgd door de heer Henk de Haas (ook NIOZ-medewerker van de geologiegroep). Inhoudelijk zal de lezing praktisch ongewijzigd blijven dus onderstaande tekst is actueel, de presentatie zal resultaten bevatten van het werk van de hele geologie werkgroep.

Stel je voor dat je in de Atlantische Oceaan met een duikboot afdaalt naar achthonderd meter diepte, waar het altijd ijskoud en pikdonker is. De toppen van het heuvellandschap hier zijn bedekt met grote koraalriffen. De geologie groep doet al langer dan 10 jaar onderzoek naar de ontstaansgeschiedenis van deze onbekende koudwaterbroertjes van de bekende tropische koralen.

Furu Mienis onderzocht het ontstaan van kalkheuvels gedomineerd door koudwaterkoraal op zeshonderd tot duizend meter diepte in de Atlantische Oceaan. Deze riffen zijn te vinden langs de oostelijke, continentale helling van Marokko tot Noorwegen, op de mid-oceanische rug en op de westelijke, continentale helling langs de Canadees-Amerikaane oostkust. Mienis onderzocht het gebied ten westen van Ierland langs de randen van de Rockall Trog.
In haar onderzoek analyseerde Mienis omgevingsfactoren zoals temperatuur, stroomsnelheid en stroomrichting van het zeewater. Die factoren zijn bepalend voor de groei van koudwaterkoralen en de heuvels. Deze omgevingsfactoren zijn gemeten met bodemlanders, die met behulp van het NIOZ-oceaanonderzoekschip 'Pelagia' op de oceaanbodem werden geplaatst en vervolgens een jaar later weer werden opgehaald.












Koudwaterkoraalrif met Crinoiden, foto IFREMER



Voedselsnelweg naar de diepzee
Koudwaterkoralen komen vooral voor rond de toppen van kalkheuvels in gebieden waar de stroomsnelheid hoog is door sterke interne golven. Deze worden veroorzaakt door de getijstroming en verhogen ter plekke de turbulentie. Daardoor treedt een sterke verticale menging van het oceaanwater op. Hierdoor ontstaat er als het ware een snelweg tussen de voedselrijke, door de zon beschenen zone aan het zeeoppervlak en de diepe, donkere lagen rond de 380 meter hoge toppen van de heuvels. Algen en dierlijk plankton die in de bovenste lagen van de oceaan groeien, vormen het voedsel van deze koudwaterkoralen. De koralen Lophelia pertusa en Madrepora oculata zijn de belangrijkste soorten langs de Europese continentale helling.

Koraal Lophelia, foto NIOZ




Kalkheuvels
Om het ontstaan en de opbouw van de kalkheuvels te kunnen begrijpen, werden er vanaf onderzoeksschepen met een piston
core tot 4,5 meter lange sedimentkernen genomen die in dunne plakjes werden gesneden. Deze zijn apart geanalyseerd; hoe dieper de laag, hoe ouder het sediment. De onderzochte lagen waren tot 200.000 jaar oud. De kern bevatte ook grote hiaten in de tijd, mogelijk veroorzaakt door sterke veranderingen in zeestromingen. De kalkheuvelgroepen zijn gevormd in de richting van de sterkste zeestroming en hun toppen bevinden zich allemaal op gelijke hoogte. De heuvels blijken te zijn opgebouwd uit kalk- en sedimentdeeltjes ingevangen tussen koraaltakjes. Lophelia kolonie, foto NIOZ

Deze koudwaterkoraalriffen zijn dus niet ontstaan door lekkage van aardgas uit de zeebodem. In de Golf van Mexico is dit mogelijk wel het geval. Dat gebied wordt nu, op dit moment, door Furu Mienis, promotor Tjeerd van Weering en NIOZ-collega Gerard Duineveld onder de loep genomen vanaf het Amerikaanse onderzoeksschip 'Nancy Foster'.

Bedreigingen
Klimaatveranderingen hebben veel invloed gehad op de groei van koralen en de ontwikkeling van de kalkheuvels. Tijdens ijstijden stopten de koralen met groeien. De huidige opwarming van de aarde en de daarmee gepaard gaande verzuring van de oceanen vormt ook een gevaar: organismen kunnen in een zuurder wordende zee minder snel kalk afzetten. Dit geldt zowel voor de koralen zelf als voor sommige algensoorten die nu als voedsel dienen. Andere activiteiten op de zeebodem die de koraalriffen zouden kunnen beschadigen, zijn de off-shore industrie en de bodemvisserij. Een aantal Europese gebieden met koudwaterkoraalriffen genieten gelukkig al een beschermde status.

Het onderzoek werd gefinancierd door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en de European Science Foundation (ESF).
Tip: ga ook eens naar deze link, een filmpje over koudwaterkoraal:
http://www.zeeinzicht.nl/video/MoundForce3.html


Geologisch reisverslag door het zuidwesten van de USA

8 januari 2010, een diapresentatie door de heer P. Rosenhart.

In deze lezing maken we een reis door een gebied van fabelachtige schoonheid : het Zuidwesten der U.S.A.
De schitterende landschappen in dit deel van de wereld danken hun ontstaan aan het samenspel van plaattektoniek, verwering, erosie en klimaat.
Eerst gaan we een kijkje nemen in het prachtige Yosimity National Park waar de werking van het ijs en de verwering van graniet heel belangrijk zijn geweest voor het huidige uiterlijk.
Daarna gaan we naar de Grand Canyon waar de uitschurende werking van de Coloradorivier als gevolg van opheffing een diep dal heeft laten ontstaan. Het verschil in aantasting van harde en zachtere lagen bepaalt hier het uiterlijk.
Vervolgens gaat de reis naar een drietal parken waar het landschappelijk beeld bepaald is door het voorkomen van horizontale zandsteenlagen in combinatie met een woestijnklimaat. Natuurlijke bogen van rode zandsteen en rode pilaren zorgen hier voor wonderschone landschappen.

Jaarvergadering

Op 5 februari 2010, houden we onze jaarvergadering. Deze is uitsluitend toegankelijk voor de leden.